Vooruitgang doelgerichte behandeling melanoom huidkanker

Onderzoekers van het UZ Brussel boeken vooruitgang in de doelgerichte behandeling van melanoom huidkanker. Voor het eerst werd een succesvolle toepassing zonder ernstige huiduitslag aangetoond bij patiënten met een specifieke mutatie.
Recente onderzoeksresultaten bieden perspectief voor patiënten met melanoom, een van de meest agressieve vormen van huidkanker. Doelgerichte therapie is een belangrijke behandelvorm voor patiënten die lijden aan een bepaalde genetische variant (BRAF V600) van melanoom.

Uit recent onderzoek van het team van Prof. dr. Bart Neyns, diensthoofd Medische Oncologie in het UZ Brussel, blijkt voor het eerst dat deze doelgerichte therapie ook kan werken bij patiënten met een andere genetische mutatie in de melanoomcellen. Bovendien kregen patiënten niet langer te kampen met een vervelende huiduitslag, een belangrijke bijwerking van de bestaande behandeling.

Daarnaast kon het team een oplossing vinden voor een resistent geworden BRAF V600 melanoom door het toevoegen van een gekend anti-kanker medicijn. Op die manier kunnen patiënten, waar eerder geen behandeling meer mogelijk was, toch geholpen worden. De resultaten van deze onderzoeken werden gepubliceerd in tijdschrift Journal of Clinical Oncology – Precision Oncology en gepresenteerd op het recente congres van de European Society of Medical Oncology in Madrid.

Het afgelopen decennium werd een belangrijke vooruitgang gemaakt in de behandeling van melanoom met de komst van actieve immuuntherapie en zogenaamde “doelgerichte” of “targeted therapy”. Deze vorm van behandeling wordt vooral gebruikt als er moleculair-genetische veranderingen aangetroffen worden in de melanoomcellen. Voor patiënten met een BRAF V600-mutatie (ongeveer 40% van alle melanomen) is deze doelgerichte behandeling een bewezen levensverlengende behandeling. Op dit moment zijn drie combinatiebehandelingen met een BRAF- en MEK-remmer beschikbaar in België.

Doelgerichte behandeling ook actief bij patiënten met andere mutatie
Het eerste onderzoek van het team van Prof. dr. Bart Neyns, diensthoofd Medische Oncologie van het UZ Brussel, toonde aan dat de doelgerichte behandeling leidt tot een afname van de omvang van de uitzaaiingen bij patiënten die niet de “klassieke” BRAF V600-mutatie hadden. Zij vertoonden een andere mutatie in BRAF of andere genen, die gekend zijn om op vergelijkbare wijze de zogenaamde MAPK-signaal cascade te activeren. ​Deze cascade vormt belangrijke signaalroutes in het lichaam die verschillende processen regelen, zoals groei, verandering, celdood en reactie op stress.

Bovendien heeft de nieuwe dosering van deze medicatie ertoe geleid dat patiënten niet langer te kampen hadden met zeer vervelende huiduitslag als bijwerking van de behandeling.

“Dat betekent een grote meerwaarde”, getuigt dr. Gil Awada, eerste auteur van de publicatie. “Niettegenstaande  deze huidreacties zelden levensbedreigend zijn, zijn ze erg vervelend omdat ze onze patiënten stigmatiseren door een opvallende huiduitslag met puistjes in het gelaat. Bovendien komt dit voor bij vrijwel alle patiënten die niet onze nieuwe behandelmanier volgen en leidt dit heel vaak tot onderbreking of stopzetting van de behandeling.”

De resultaten van hun klinische studie werden gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift Journal of Clinical Oncology – Precision Oncology (REF). Ze zijn ook onmiddellijk toepasbaar bij patiënten die getroffen worden door een melanoom met voorspellende moleculair-genetische kenmerken. Dat wil zeggen dat op basis van de analyse van de moleculair-genetische kenmerken er specifieke afwijkingen worden gevonden die toelaten om de kans op succes van de behandeling te voorspellen. ​

Oplossing voor melanoom dat resistent werd
In een tweede klinisch onderzoek kon het team van Prof. dr. Neyns vaststellen dat het toevoegen van een gekend anti-kanker medicijn, regorafenib, een BRAF V600-mutant melanoom opnieuw kan doen reageren wanneer het resistent is geworden aan de beschikbare BRAF-/MEK-inhibitoren.

Tijdens de voorbije meeting van de European Society of Medical Oncology in Madrid presenteerde dr. Iris Dirven hun resultaten bij melanoompatiënten met uitzaaiingen in de hersenen die niet langer reageerden op hun behandeling.

“Wanneer het melanoom uitzaait naar de hersenen en niet langer reageert op de BRAF-/MEK-inhibitoren, weten we dat er geen enkele nuttige medische behandeling bestaat die nog vat heeft op de ziekte en de levensverwachting voorspelbaar erg kort is”, licht dr. Iris Dirven haar onderzoek toe.

“Dat we nu voor het eerst hebben kunnen documenteren dat het toevoegen van een derde geneesmiddel, regorafenib, kan zorgen voor een hernieuwde werking van de doelgerichte therapie bij sommige van deze patiënten,  overtreft onze verwachtingen.”

 

 
 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.