In 2019 was het grootste aandeel van de vastgestelde overlijdens in België te wijten aan tumoren, in tegenstelling tot voorgaande jaren, toen hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak waren. Dat blijkt uit gegevens die statistiekbureau Statbel publiceert.
Meer dan een kwart (25,5 procent) van de overlijdens in België (27.739) in 2019 werd veroorzaakt door tumoren. Dat is iets meer dan hart- en vaatziekten, die met 27.297 overlijdens goed zijn voor 25,1 procent in 2019. Ziekten van het ademhalingsstelsel vormen de derde doodsoorzaak (11,2%).
Er zijn echter regionale verschillen. Terwijl het Vlaamse Gewest de nationale rangschikking volgt, geldt dat niet voor de andere twee gewesten.
In Brussel-Hoofdstad zijn de eerste twee plaatsen identiek, maar wordt de derde plaats ingenomen door de ruime groep "andere natuurlijke sterfgevallen" (die onder meer bloedziekten, oogziekten, oorziekten, osteo-articulaire aandoeningen, huidziekten, zwangerschapsgerelateerde gevallen en niet elders ingedeelde gevallen omvat).
In Wallonië is de situatie ongewijzigd ten opzichte van 2018: hart- en vaatziekten staan nog steeds op de eerste plaats, vóór tumoren en ziekten van het ademhalingsstelsel.
Mannen
De helft van de overlijdens door tumoren bij mannen was in 2019 te wijten aan vijf categorieën. Het grootste aandeel is voor kwaadaardige gezwellen ter hoogte van de luchtpijp, de luchtwegvertakkingen of de longen (68,3 overlijdens per 100.000 mannen). Maar liefst één op vier van de overlijdens bij mannen door tumoren is te wijten aan die vorm van kanker. Prostaatkanker blijft relatief stabiel op de tweede plaats met 28 overlijdens per 100.000 mannen, gevolgd door dikkedarmkanker.
Vrouwen
Voor vrouwen blijft borstkanker ook in 2019 de voornaamste doodsoorzaak onder de tumoren (35,8 overlijdens per 100.000 vrouwen), ondanks een daling ten opzichte van 2018. Op de tweede plaats staan kwaadaardige gezwellen ter hoogte van de luchtpijp, de luchtwegvertakkingen of de longen (34,7 overlijdens per 100.000 vrouwen).
Trends
Terwijl het relatieve aandeel van bepaalde ziekten als oorspronkelijke doodsoorzaak steeds groter wordt - zoals "andere natuurlijke sterfgevallen" of, in mindere mate, mentale stoornissen en gedragsstoornissen - daalt dat van hart- en vaatziekten al sinds enkele jaren. Die laatste ziekten stonden voor 36,3% van de sterfgevallen in 2000 en 25,1% in 2019.