Resten van bestrijdingsmiddelen die in de landbouw worden gebruikt, zijn volgens voorlopige resultaten van een groot Europees onderzoek bijna overal in onze leefomgeving terug te vinden. Ook mensen en dieren dragen ze bij zich. Residuen van bestrijdingsmiddelen zitten ook volop in huisstof, concludeert Wageningen University and Research (WUR), dat deelneemt aan het onderzoek in opdracht van de Europese Commissie.
Chemische bestrijdingsmiddelen worden sinds de jaren 60 van de vorige eeuw volop gebruikt in de Europese landbouw. Sommige middelen zijn inmiddels verboden omdat ze schadelijk zijn voor milieu en gezondheid, maar ook verboden middelen zijn nog volop te vinden. Niet alleen in het milieu, maar ook in huis.
De Wageningse wetenschappers deden onder meer onderzoek bij 24 boeren in de provincies Groningen en Friesland en bij 24 inwoners van de stad Groningen. In bijna alle monsters die ze namen, vonden ze residuen van bestrijdingsmiddelen. In huisstof blijken vaak kleine concentraties van meer dan honderd middelen te zitten. "Ongeveer driekwart van de gevonden middelen is toegelaten op de markt, een kwart is verboden." Dat maakt nog eens duidelijk dat stoffen jaren nadat ze van de markt zijn gehaald, nog terug te vinden zijn.
Een deel van de boeren die deelnamen aan de studie, boert biologisch, maar ook bij hen en bij de stadsbewoners werden resten van bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Anti-onkruidmiddel glyfosaat komt het meest voor.
De grote vraag is nog welke effecten al deze rondzwervende chemische residuen hebben. Vervolgonderzoek moet duidelijk maken wat het met de gezondheid van mensen doet om eraan te worden blootgesteld.