De B-VOICE studie (UZA) onderzocht sinds begin februari dit jaar in samenwerking met Sciensano de werking van het afweersysteem en de veiligheid van COVID-vaccinatie bij 200 kankerpatiënten. De eerste resultaten zijn nu gekend: antistoffen worden bij de meeste patiënten aangemaakt na de eerste prik, maar nemen niet bij alle patiëntengroepen toe na de tweede prik.
Patiënten die behandeld worden voor kanker lopen een groter risico om ernstig ziek te worden tijdens een COVID-infectie. Aan de klinische studies wereldwijd naar de werkzaamheid van de nieuwe COVID-vaccins, namen geen patiënten deel die op dat moment in behandeling waren voor hun kanker. Door hun ziekte alsook door hun behandeling wordt het afweersysteem van deze patiënten onder druk gezet, waardoor die vaak verzwakt.
Onderzoekers van het UZA wilden nagaan of de vaccins even werkzaam zijn bij die verminderde immuniteit. Daarnaast werd bestudeerd of kankerpatiënten meer risico lopen op (ernstige) nevenwerkingen van de vaccins.
Eerste resultaten
Om snel kennis te verzamelen omtrent de afweerreactie en de bijwerkingen van COVID-vaccinatie bij deze patiënten, werd in de B-VOICE studie een groep van 200 patiënten gevaccineerd met het BioNTech/Pfizer vaccin. Er werden bloednames gedaan voor en op verschillende momenten na COVID-vaccinatie.
Deze studie werd uitgevoerd in het UZA en kwam tot stand in samenwerking met Sciensano, met ondersteuning van het Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg (KCE) en de Universiteit Antwerpen.
De studie ging van start in februari 2021 en de eerste resultaten zijn nu gekend voor de volgende antikankerbehandelingen: chemotherapie, immuuntherapie, doelgerichte therapie, hormonale therapie, en specifiek voor bloedkanker: de anti B-celtherapie en allogene stamceltherapie.
Conclusie eerste studieresultaten
- Het COVID-vaccin van BioNTech/Pfizer is even veilig voor kankerpatiënten die behandeld worden dan voor gezonde vrijwilligers.
- Omdat er een verminderd effect van het vaccin mogelijk is, blijft het ook voor gevaccineerde kankerpatiënten belangrijk om zichzelf goed te beschermen. Zij krijgen een extra bescherming als ook hun gezinsleden en nauwe contacten zich laten vaccineren en waakzaam de maatregelen blijven opvolgen.
- Verder onderzoek – dat reeds loopt - zal uitwijzen of een derde vaccin zes maanden na de eerste prik, bijdraagt aan het aanmaken van een grotere hoeveelheid antistoffen bij kankerpatiënten in behandeling.
Bijwerkingen en afweerreactie
Prof. dr. Marc Peeters, diensthoofd oncologie: “Het resultaat van de studie wijst er in de eerste plaats op dat de bijwerkingen van het vaccin bij patiënten die een kankerbehandeling ondergaan volledig in lijn liggen met de meldingen gemaakt door gezonde personen."
"Wat de afweerreactie betreft, zien we dat de hoeveelheid antistoffen die worden aangemaakt bij sommige patiënten minder is dan bij gezonde personen na twee doses van het vaccin. Antistoffen worden bij de meeste patiënten aangemaakt na de eerste prik, maar nemen niet bij alle groepen van patiënten toe na de tweede prik.”
Therapie-afhankelijk
Er zijn duidelijke verschillen te merken tussen patiënten afhankelijk van welke therapie die de patiënt ondergaat. Zo goed als alle patiënten die hormoontherapie, immuuntherapie of doelgerichte therapie ondergaan hebben een normale aanmaak van antistoffen.
Een normale antilichaamrespons zien we echter slechts bij iets meer dan de helft van de patiënten met chemotherapie en zelfs maar bij een derde van de patiënten met bloedkanker. “Mogelijk zijn kankerpatiënten gebaat bij een derde vaccindosis. De recent gestarte Tri-VOICE studie bestudeert dan ook het effect van een derde dosis van het vaccin, ongeveer zes maanden na de eerste prik, op de afweerstoffen. Verder onderzoek zal uitwijzen of zij op die manier een grotere hoeveelheid antistoffen aanmaken”, aldus Sciensano-onderzoekster Mieke Goossens.
Hoewel we de mate waarin we beschermd zijn tegen infecties veelal meten aan de hand van de hoeveelheid antistoffen, zijn er ook nog andere factoren die bepalen in hoeverre we beschermd zijn tegen virale infecties, o.a. de cellulaire immuniteit. Dit aspect van de immuniteit wordt nog verder onderzocht in deze studie.
REAL-V
In opvolging van de B-VOICE studie loopt er op dit moment de REAL-V studie die de afweerreactie in een brede groep van Belgen met een kankerdiagnose, al dan niet in behandeling, in kaart brengt. Dit voor alle COVID-vaccins die via de vaccinatiecentra worden toegediend. Deze studie krijgt steun van Kom op tegen Kanker.
Marc Michils, algemeen directeur Kom op tegen Kanker: ‘We financieren dit onderzoek omdat we willen dat kankerpatiënten zich veilig en beschermd voelen. De studie volgt de kankerpatiënten op van het moment dat ze het vaccin krijgen toegediend in het vaccinatiecentrum tot één jaar erna. Als blijkt dat het vaccin hen onvoldoende beschermt, moet er gezocht worden naar andere oplossingen om ook hen te beschermen. Deze studie levert niet enkel waardevolle inzichten op voor kankerpatiënten, maar ook voor patiënten met andere aandoeningen. We hopen dus dat de overheid ook een deel van de financiering op zich neemt.’
Grace is momenteel in behandeling voor een hematologische kanker en neemt deel aan de REAL-V studie.
Grace: ‘Ik ben nog maar net 38 en wil graag mijn sociaal leven weer oppikken, maar dat is moeilijk nu. Veel mensen van mijn leeftijd zijn al gevaccineerd, waardoor ze niet altijd afstand houden en losser worden. Ik merk dat ze dat ook van mij verwachten, maar ik weet niet eens of het vaccin mij wel genoeg immuniteit geeft. Daarom heb ik meteen toegezegd om deel te nemen aan deze studie, om te weten te komen of ik als kankerpatiënt voldoende beschermd ben.’
Tri-VOICE
Daarnaast wordt de Tri-VOICE studie opgestart om het effect van een derde vaccin, ongeveer zes maanden na de eerste prik, op de afweerreactie te analyseren.
Prof. dr. Marc Peeters: “Deze studie was een mooie samenwerking van verschillende actoren. Ik wil dan ook iedereen - het hele studieteam en alle patiënten - bedanken voor de inspanningen en het onderling vertrouwen.”