Rol van galeteron bij gemetastaseerde, castratieresistente prostaatkanker

Mary-Ellen Taplin (6) sprak over de kliniek die gepaard gaat met AR-V7-detectie. Ze baseerde zich op de resultaten van 
ARMOR3-SV, een gerandomiseerde studie met galeteron vs. enzalutamide bij mannen met gemetastaseerd, castratieresistent, AR-V7-positief prostaatcarcinoom.

Taplin wees erop dat de aanwezigheid van de androgeenreceptor (AR)-V7-splice-variant in mannen met gemetastaseerde, castratieresistente prostaatkanker voorspellend kan zijn voor resistentie tegen enzalutamide en abirateron. Ze vestigde de aandacht op galeteron, een peroraal agens met een invloed op onder meer androgeenreceptorafbraak en -antagonisme.

Taplin en haar team hebben de ARMOR3-SV-studie opgestart om de hypothese te testen dat galeteron bij mannen met gemetastaseerde, castratieresistente prostaatkanker die positief is voor AR-V7 de radiografische progressievrije overleving (rPFS) zou verbeteren ten opzichte van enzalutamide. Voor deze studie werden 953 onbehandelde mannen met gemetastaseerde, castratieresistente prostaatkanker gescreend voor circulerende tumorcellen (CTC)-specifiek AR-V7. AR-V7+ mannen werden gerandomiseerd (1:1) naar galeteron of enzalutamide. Het primaire eindpunt was de progressievrije overleving (blind geëvalueerd door een onafhankelijke centrale reviewer).


Van de 953 gescreende mannen vanaf september 2015 waren er 73 (8%) AR-V7+; dat komt overeen met 23% van de mannen met evalueerbare CTC’s (n = 322); 250 mannen waren AR-V7-. 
Bij 630 van de 953 gescreende mannen (66%) waren er geen evalueerbare CTC’s. AR-V7-detectie ging volgens de onderzoekers gepaard met hogere PSA-waarden, met meer botmetastasen, meer aanwezigheid van M1-ziekte bij diagnose, hoger ECOG, vroeger antiandrogeengebruik en vroeger docetaxelgebruik. Van de AR-V7+ mannen werden er uiteindelijk 38 gerandomiseerd (19 galeteron, 19 enzalutamide). De basiskarakteristieken waren vergelijkbaar in beide groepen. De studie werd vervroegd afgesloten (juli 2016) omdat het primaire eindpunt, met name aantonen van een verbetering in radiografische progressievrije overleving (rPFS), wellicht niet zou worden bereikt.

Het mediane tijdsinterval tot PSA-progressie in de evalueerbare patiënten (19 in beide armen) bedroeg 3,8 maanden (galeteron) en 3,9 maanden (enzalutamide). Een PSA50-respons werd genoteerd in 2/16 evalueerbare patiënten (13%) onder galeteron en in 8/19 (42%) onder enzalutamide. Tot slot werden geen problemen inzake veiligheid gemeld.

Taplin meent te mogen besluiten dat patiënten met AR-V7+ een agressief fenotype hebben met een snelle klinische achteruitgang ten opzichte van de volledige groep met gemetastaseerde, castratieresistente prostaatkanker. Onderzoek met galeteron in prostaatkanker wordt momenteel echter stopgezet. Therapieën als galeteron die hun pijlen richten op het AR-C-terminale domein zijn dus wellicht geen geschikte behandeling voor AR-V7-positieve patiënten. Andere opties dienen overwogen te worden, waaronder nieuwe benaderingen voor AR-inhibitie, chemotherapie, immunotherapie… Nieuwe studiedesigns en nieuwe behandelopties zijn in ieder geval dringend nodig voor mannen met AR-V7+ gemetastaseerde, castratieresistente 
prostaatkanker.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.