De behandeling van kinderen en adolescenten die kanker hebben, gaat er voortdurend op vooruit. Toch zijn er nog verbeteringen mogelijk, zegt minister Vandenbroucke (Vooruit), bijvoorbeeld door hemato-oncologische pediatrie te concentreren.
Elk jaar wordt in ons land bij 300 tot 350 kinderen en adolescenten de diagnose van kanker gesteld, meestal gaat het daarbij om leukemie of een kwaadaardige tumor, vaak in de hersenen. Kanker is zo de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen ouder dan één jaar. Twee derde van de kinderen en adolescenten die de kanker wel overleven, hebben te kampen met blijvende gevolgen.
“De strijd tegen kanker bij kinderen en adolescenten heeft nood aan andere middelen dan de strijd tegen kanker bij volwassenen”, zegt kamerlid Nathalie Gilson (MR). “Preventie is bijvoorbeeld nutteloos, omdat de kanker niet het gevolg is van onaangepaste voedingsgewoonten, tabaks- of alcoholgebruik.”
Het verbaast het liberale kamerlid dat er sinds 2007 150 nieuwe moleculen tegen kanker bij volwassenen op de markt zijn gebracht, terwijl er slechts negen nieuwe werden gelanceerd in de oncologische pediatrie. “Steunt de overheid wel voldoende het wetenschappelijk onderzoek naar therapieën in de oncologische pediatrie?”, vraagt ze zich af.
De mortaliteit ten gevolge van kanker bij kinderen en adolescenten is in de loop van de voorbije zestig jaar stelselmatig gedaald, steekt Frank Vandenbroucke van wal met een positieve noot. Volgens de minister moet ook niet alle heil worden gezocht in een behandeling met nieuwe geneesmiddelen. “De grotere overlevingskansen zijn ook te wijten aan het efficiënter gebruik van bestaande geneesmiddelen, een beter begrip van de ziekte, betere diagnostische methodes, betere chirurgie en radiotherapie en betere opsporingsmethodes.
De minister heeft wel oren naar een eerder gestemde resolutie waarin gepleit wordt voor de oprichting van referentiecentra voor zeldzame vormen van kanker. “Een concentratie van zorg in de hemato-oncologische pediatrie is ongetwijfeld noodzakelijk. Het is belangrijk dat patiënten kunnen worden behandeld in ziekenhuizen die over de best mogelijke expertise beschikken. Het Riziv werkt momenteel aan de conventie voor referentiecentra voor hersentumoren. Andere zeldzame en complexe tumoren volgen later.”