In Vlaamse slaapkamers bevinden zich gemiddeld 21 pesticiden. In een derde van de stalen werd het sinds 1974 verboden DDT teruggevonden, blijkt uit de resultaten van een burgeronderzoek van de ecologische organisatie Velt. Wie in een verstedelijkte omgeving woont en geen kat of hond houdt, heeft gemiddeld minder pesticiden.
In alle 112 geanalyseerde stofstalen uit slaapkamers in Vlaanderen en Nederland zaten pesticiden. Opmerkelijk is dat alle onderzochte slaapkamers stoffen bevatten die hormoonverstorend zijn, stelt Velt. En in 99 procent van de slaapkamers komen een of meerdere pesticiden voor die een negatieve impact hebben op onze voortplanting. Gemiddeld bevinden zich in het stof in onze slaapkamer ook vier pesticiden die giftig zijn voor ons zenuwstelsel. Een erg kleine minderheid van de teruggevonden pesticiden bevat eigenschappen die kanker veroorzaken.
Gemiddeld werden er 21 pesticiden aangetroffen in een staal. Het hoogste aantal is 52 verschillende pesticiden in één stofstaal, het laagste aantal 6. De chronische effecten van een cocktail van pesticiden werden niet onderzocht en zijn onbekend.
Drie categorieën
Het Velt-onderzoek onderscheidt drie categorieën waardoor pesticiden in het stof van een slaapkamer terechtkomen: via gebruik door een naburige landbouwer, via de behandeling van huisdieren tegen parasieten (vlooien, teken) en via allerhande producten tegen ongedierte (muggenstekkers, mierenlokdoosjes) en toepassingen binnenshuis (conserveringsmiddelen in kledij, beddengoed en andere voorwerpen). Volgens het onderzoek is 70 procent van de teruggevonden pesticiden toe te schrijven aan het gebruik door een landbouwer in de buurt.
In totaal werden 137 verschillende pesticiden gevonden. Sommige daarvan blijven jarenlang aanwezig, zoals het insecticide DDT. Hoewel het product in België in 1974 verboden werd in de landbouw, werd het in 34 procent van de stofstalen teruggevonden.
Het insecticide permethrin spant de kroon en werd opgespoord in 100 van de 112 slaapkamers. Het product was tot 2018 toegelaten in shampoos tegen hoofdluizen en is een veelzijdige pesticide, dat textiel en bouwmaterialen moet beschermen tegen insecten. Het is ook een middel tegen ongedierte (muggen, mieren en vliegen) en komt voor in pipetjes en bandjes tegen vlooien en teken bij katten en honden. Sinds 2001 werd het in de Europese Unie verboden voor landbouwers. Ook DEET (insectenwerend) en propiconazol (fungicide) komen vaak voor.
Aanbevelingen
Velt formuleert naar aanleiding van het onderzoek een reeks aanbevelingen. De organisatie raadt bewoners onder meer aan om ramen en deuren te sluiten kort nadat een aangrenzend perceel is bespoten. Aan landbouwers en loonwerkers vragen ze om een bufferzone met tuinen te respecteren waar niet wordt gespoten en om minder pesticiden te gebruiken.
De overheid kan landbouwers volgens Velt op de korte termijn dan weer verplichten om de verspreiding van pesticiden bij het spuiten in te perken door hagen aan te planten, aangepaste apparatuur te gebruiken en spuiten bij wind te verbieden. Op de lange termijn kunnen landbouwers overwegen om over te schakelen naar biologische teelt.
In het Vlaamse regeerakkoord staat dat waterlopen en drinkwaterwingebieden, natuurgebieden en gebieden waar kwetsbare groepen wonen, moeten worden beschermd tegen verontreinigende stoffen zoals pesticiden. Onder gebieden met kwetsbare groepen vallen onder meer woonzorgcentra en scholen.