Minister Vandenbroucke wil niet weten van een verruimde terugbetaling van de PSA-test. Dat zegt hij in antwoord op een vraag van kamerlid Robby De Caluwé (Open Vld).
In 2012 werd de terugbetaling van de PSA-test stopgezet, behalve voor mannen met een verhoogd familiaal risico op prostaatkanker en voor de opvolging van een prostaatkankerbehandeling.
De beslissing viel toen omdat de PSA-test vaak overdiagnose en overbehandeling tot gevolg had. “Sindsdien neemt het aantal mannen met een gevorderde en niet-geneesbare prostaatkanker opnieuw toe,” stelt het liberale kamerlid De Caluwé vast. “En dus ook het aantal overlijdens door prostaatkanker, een kanker die nochtans perfect behandelbaar is.”
Omdat urologen vandaag methodieken hebben ontwikkeld die overdiagnose en overbehandeling vermijden, pleit De Caluwé samen met de urologen ervoor de PSA-test opnieuw terug te betalen voor goed geïnformeerde mannen vanaf de leeftijd van 45 jaar. De overbehandeling wordt onder meer vermeden door risicostratificatie om uit te maken of er een mpMRI noodzakelijk is, die op zijn beurt bepaalt of er een biopsie nodig is. “In veel Europese landen begint men opnieuw te investeren in vroegdetectie”, aldus De Caluwé.
In zijn antwoord laat minister Vandenbroucke meteen in zijn kaarten kijken: “Systematische screening van mannen op prostaatkanker wordt nog steeds niet aangeraden. De internationale aanbevelingen en richtlijnen worden door mijn diensten opgevolgd. Voorlopig is er geen wetenschappelijke evidentie om de terugbetalingsregels te herzien.” De relatieve mortaliteitsreductie en het verminderde aantal uitgezaaide prostaatkankers weegt volgens de minister niet op tegen de nadelen van een PSA-test. Het honorarium voor een PSA-test buiten de terugbetalingsregels blijft daarom 11,38 euro.
Vraagt een patiënt toch naar een PSA-test, dan moeten de huisarts en de uroloog hem voldoende informeren, hierbij best gebruikmakend van het beslissingshulpdocument van het KCE, geeft de minister nog mee.
Laatste reacties
Pedro Brugada Terradellas
28 maart 2022Het is zeer interessant hoe gemakkelijk het word "evidentie" ten pas en ten onpas gebruikt wordt. Men heeft de mond vol over "evidence-based" geneeskunde, maar men is vergeten kijken wat voor evidentie effectief beschikbaar is. In een publicatie in de prestigieuze Journal of the American College of Cardiology (JACC)(meer dan 10 jaar geleden) analyseerden we alle beschikbare "guidelines" over behandeling van hartritmestoornissen. Van de honderden gepubliceerde "guidelines" blijken maar 5% te voldoen aan de criteria voor "evidence-based" . De rest waren meestal "expert opinions" zonder enige wetenschappelijke achtergrond. Ik was zeer verrast dat onze artikel gepubliceerd werd (het ging uiteraard tegen de dominante stroom). Chapeau voor JACC!
Volgens onze minister er is geen wetenschappelijke evidentie om een PSA test terug te betalen. Wel, geachte minister, in Switzerland is screening voor borstkanker met dezelfde argumenten een tijd geleden stop gezet. Gegevens van onze noorderburen, de Nederlanders tonnen dat 95% van de positieve testen voor screening van colon kanker, valse positieve testen zijn (dus, 95% van de patiënten krijgen een colonoscopie voor niets). Beiden screenings gaan in ons land gewoon door. En waar zit de wetenschappelijke evidentie om 100 miljoen euro's te besteden aan nutteloze contact tracking tijdens de COVID? Als wetenschappelijk evidentie zouden vragen voor elke dokter handeling, kunnen we direct met alle gezondheidszorg stoppen. Het is niet de evidentie dat alles wat evident is evident maakt, het is de wil om iets positief te doen ongeacht de initiële kosten. De rol van een minister is niet aan pseudo wetenschap mee te doen, maar juist de middelen ter beschikking stellen om de mankerende wetenschappelijke evidentie te kunnen verzamelen.
Betaal de PSA terug en zorg dat de gegevens goed wetenschappelijk geanalyseerd worden, dan pas zult U de conclusie kunnen trekken of een terugbetaling wel of niet de moeite waard is. Niet terugbetalen en geen onderzoek doen laat ons gewoon in dezelfde duisternis.
Pedro Brugada.