Het UZ Leuven erkent dat er nog nood is aan "zorgvuldig klinisch onderzoek" om de superioriteit van protontherapie voor de behandeling van kanker aan te tonen. Dat zegt professor radiotherapie en oncologie Sandra Nuyts.
Het UZ Leuven bouwt momenteel een centrum voor protontherapie, met een kostenplaatje van 45 miljoen euro. Het Riziv vroeg het federaal kenniscentrum KCE daarom om te onderzoeken of protontherapie inderdaad beter werkt, met het oog op terugbetaling van de behandeling voor veelvoorkomende kankers als borstkanker. Volgens het KCE zijn de resultaten teleurstellend. "Er bestaan geen wetenschappelijke studies van goede kwaliteit die aantonen dat protontherapie voor de onderzochte kankers doeltreffend is."
"UZ Leuven is het ermee eens dat er momenteel nog onvoldoende klinisch-wetenschappelijk bewijs is om te stellen dat protontherapie beter is dan de klassieke radiotherapie met fotonen voor de veelvoorkomende kankers waarvan het KCE-rapport gewag maakt", reageren ze bij het universitair ziekenhuis. "Ook al is er evidentie voor het feit dat de neveneffecten van protontherapie beperkter kunnen zijn dan die van klassieke radiotherapie, toch moet de superioriteit van protontherapie voor dit soort kankers in zorgvuldig klinisch-wetenschappelijk onderzoek worden aangetoond."
Volgens het UZ Leuven vraagt dat onderzoek echter tijd. "Precies daarom investeert het UZ in de uitbouw van een protontherapiecentrum", zegt professor Sandra Nuyts.
Bovendien maakt het ziekenhuis zich sterk dat er voor een kleinere groep zeldzame tumoren nu al wetenschappelijke consensus is dat protontherapie beter werkt dan de klassieke radiotherapie. Het gaat dan om kankers bij kinderen, of dichtbij gevoelige weefsels als de hersenen en het ruggenmerg. Het Riziv betaalt nu al de protontherapie voor ongeveer 200 van die mensen per jaar terug, aldus Nuyts.
> Lees ook : KCE fnuikt optimisme protontherapie