Het Belgische preventiebeleid voor tabak is een van de betere van Europa, maar de psychologische begeleiding na longkanker kan beter. Dat blijkt maandag uit een Europese vergelijkende studie van het longkankerbeleid van 13 Europese landen, uitgevoerd door The Economist Intelligence Unit.
Een eerste vaststelling uit de studie is dat longkanker het type kanker is waaraan mensen het vaakst overlijden. In België is dat nog vaker dan gemiddeld: 27,1 op 100.000 tegenover een Europees gemiddelde van 23,5 op 100.000.
Dat neemt niet weg dat België aan de top staat wat betreft tabakpreventiebeleid, zo blijkt uit de studie. Er bestaan programma's, een antitabaksorganisatie, een verbod op reclame die tabak stimuleert "n een duidelijke wetgeving over de e-sigaret, over tabak in publieke ruimtes alsook over de verpakking.
Daarnaast staat België op een gedeelde eerste plaats wat betreft het betrekken van patiëntenorganisaties bij nationale beoordelingen van de ziekte en bij het opstellen van aanbevelingen en beleidsmaatregelen. Mensen die longkanker krijgen in ons land, kunnen er ook zeker van zijn dat ze snel toegang krijgen tot de laatste innovatieve behandelingen, zoals immunotherapie, en dat ze die behandelingen terugbetaald krijgen.
Maar psychologische ondersteuning na longkanker, dat blijkt dus nog een pijnpunt. "Vandaag is het ook belangrijk om zich te richten op het psychologische aspect na de kanker. De laatste therapeutische ontwikkelingen kunnen er vandaag voor zorgen dat bepaalde patiënten, die oog in oog stonden met de dood, enkele maanden na hun behandeling opnieuw een normaal leven kunnen leiden. De psychologische schok die zij meemaken vertoont veel gelijkenissen met een echt trauma", zegt Alan Lovell, de verantwoordelijke voor de studie.
Een ander zwak punt in België is het ontbreken van een screeningsprogramma voor longkanker. "Er is wel de wil van de Belgische autoriteiten om hieraan te werken, en zoveel te beter. Want hoe later kanker wordt vastgesteld, hoe lager de kansen op overleving", besluit Lovell.