Onderzoekers van het Laboratorium voor Radiofarmaceutisch Onderzoek aan de KU Leuven hebben een radioactieve speurstof ontwikkeld die de aanwezigheid van tumoren in het lichaam kan opsporen. Deze vondst kan niet alleen van belang zijn voor detectie, maar in de toekomst ook voor de genezing van kanker. Deze speurstof kan mogelijk ook therapeutisch ingezet worden.
De speurstof betreft een molecule die zich specifiek bindt aan de afwijkende vorm van het eiwit HSP90, dat een rol speelt bij de groei en verspreiding van kankercellen. HSP90 herstelt normaliter de oorspronkelijke staat van eiwitten die aan thermische stress hebben blootgestaan, maar er bestaat daarnaast ook een afwijkende vorm, die dus een rol speelt bij de verspreiding van kankercellen. Dit afwijkend eiwit creëert buiten d e tumorcel een omgeving waarin tumorcellen snel kunnen delen en voldoende voedingsstoffen vinden. In het bloed bereidt het plaatsen voor waar kankercellen zich kunnen verspreiden.
Op basis van een molecule die zich specifiek bindt aan deze afwijkende vorm van HSP90 en de werking ervan afremt, produceerden de Leuvense onderzoekers met een deeltjesversneller een radioactieve stof. Die zendt gammastralen uit, en kan op die manier doorheen het lichaam gevolgd worden met een PET-scanner. "De molecule wordt vastgehouden in weefsels met een verhoogde concentratie van het afwijkend HSP90, wat wijst op de aanwezigheid van een tumor", aldus professor Guy Bormans. Uit proeven met muizen blijkt dat de binding van de speurstof zich voordoet bij een hele reeks tumoren, en dus breed inzetbaar is.
De bevindingen kunnen bovendien niet alleen van belang zijn voor detectie, maar ook de genezing van kanker. "We kunnen die molecule mogelijk voor therapie gebruiken", zegt Bormans. "De huidige molecule zendt eerder onschadelijke gammastralen uit, maar je kan ook een radioactieve molecule maken met een erg destructieve straling die kankercellen vernietigt. Maar dat vergt verder onderzoek. Daarnaast willen we ook de structuur van het afwijkende HSP90 ontrafelen. Mogelijk kunnen we op die manier nog efficiëntere speurstoffen en therapieën ontwikkelen."