Hoogbejaarden hebben twintig keer minder kans op kanker dan gemiddeld in de populatie van 75-plussers. Dat blijkt uit onderzoek door de Europese Organisatie voor Onderzoek en Behandeling van Kanker (EORTC) waarbij in 39 Belgische rusthuizen in totaal 4.000 hoogbejaarden met een gemiddelde leeftijd van 87 een jaar lang gevolgd werden.
In de loop van het jaar werden slechts negen gevallen van kanker geregistreerd. In vijf gevallen ging het om een nieuwe kankerdiagnose, in de andere vier gevallen om een progressie van een bestaande kanker. "Per 100.000 persoonsjaren komt dit overeen met 123 nieuwe kankerdiagnoses. Dat aantal is twintig keer lager dan verwacht aangezien kanker in de gehele populatie van 75-plussers ongeveer 2.500 keer per 100.000 persoonsjaren voorkomt", aldus oncoloog Hans Wildiers (KU Leuven), die hoofdonderzoeker was bij deze EORTC-studie. De bevinding sluit aan bij een bestaande theorie die stelt dat veroudering van lichaamscellen een natuurlijk beschermingsmechanisme vormt tegen ziektes.
"We kunnen uit ons onderzoek besluiten dat het niet nodig is om doorgedreven kankerscreening uit te voeren bij zorgbehoevende, frêle hoogbejaarden", aldus Wildiers. Bij een vermoeden van nieuwe of toenemende kanker dient evenwel medisch advies te worden ingewonnen.
"Onze studie suggereert immers ook dat er zelden een correcte diagnostiek en behandeling gebeurt als er dan toch een kanker optreedt. Vaak is een behandeling te zwaar of niet zinvol, maar in andere gevallen kan een minimale interventie, zoals antihormoontherapie bij borstkanker, toch een verschil maken en de levenskwaliteit aanzienlijk verbeteren", aldus Wildiers.