De Europese Commissie wil werknemers beter beschermen tegen blootstelling aan lood en aan diisocyanaten. Die laatste zijn chemische stoffen die in verschillende toepassingen worden gebruikt, onder meer in de bouw, maar die astma en andere ademhalingsziekten kunnen veroorzaken. Volgens Europees commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten Nicolas Schmit zal zijn voorstel een betere bescherming bieden aan honderdduizenden werknemers.
Al sinds 1982 bestaan er Europees vastgestelde grenswaarden voor de beroepsmatige blootstelling aan lood. Vandaag nog worden 100.000 werknemers in de EU op het werk aan de stof blootgesteld, jaarlijks zouden zich 300 ziektegevallen voordoen als gevolg van de blootstelling aan lood in het verleden. Lood kan gevolgen hebben voor de voortplantingsfuncties en de vruchtbaarheid, en kan bij zwangere vrouwen schade berokkenen aan de zich ontwikkelende foetus.
Daarom wil de Commissie de bestaande grenswaarden verlagen. Voor beroepsmatige blootstelling komt die op 0,03 milligram per kubieke meter te liggen (tegenover 0,15 mg/m3 vandaag), de biologische grenswaarde wordt verlaagd van 70 microgram per 100 milliliter bloed tot 15 microgram. Aan de EU-lidstaten vraagt de Commissie bovendien om vrouwelijke werknemers in de vruchtbare leeftijd te sensibiliseren en om alle potentiële risico's voor deze groep tot een minimum te beperken.
Wat diisocyanaten betreft, komen er voor het eerst grenswaarden. Die stoffen kunnen ademhalingsziekten veroorzaken. Beroepsmatige blootstelling veroorzaakt vandaag 9 tot 15 procent van alle astmagevallen bij volwassenen in de werkende leeftijd. Vooral piekbelasting is risicovol. Daarom stelt de Commissie zowel een totale grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling voor als een grenswaarde voor kortstondige blootstelling.
Het is nu aan de lidstaten en het Europees Parlement om de voorstellen van de Commissie goed te keuren. Als dat gebeurd is, krijgen de EU-landen twee jaar de tijd om alles in nationaal recht om te zetten.