Moderne operatierobots verhogen door hun beweeglijke armen de chirurgische precisie. Maar niet alle operatietechnologie evolueerde mee met die ontwikkeling. Chirurgen gebruiken nog starre detectoren om bijvoorbeeld lymfeklieren op et sporen. Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam ontwikkelden een beweeglijke detector die aansluit bij de beweeglijke armen van de operatierobots . De techniek werd onlangs voor het eerst gebruikt bij een patiënt.
Bij een schildwachtklierprocedure gebruiken artsen radioactiviteit en fluorescentie om de lymfeklieren op te sporen waar uitgezaaide tumorcellen als eerste terechtkomen. Voorafgaand aan de operatie injecteert de arts rondom de tumor een radioactieve en fluorescente vloeistof, die ophoopt in de schildwachtklier. De gevoeligste manier om deze klier te identificeren is met een gammaprobe: een soort metalen stok met aan het einde een sensor die steeds sneller gaat piepen als hij in de buurt komt van de radioactiviteit. Fluorescentie kan vervolgens de locatie van de klier bevestigen.
Onderzoeker Matthias van Oosterom van het LUMC: “Met de opkomst van laparoscopische robotchirurgie waarbij de instrumenten door kleine gaatjes de patiënt binnengaan en de arts de robot bestuurt vanaf een console, zijn starre detectietechnieken geen optimale oplossing meer. Omdat de gammaprobe een lange rechte stok is die door een smalle opening moet, kan hij maar beperkt bewegen in het lichaam van de patiënt. Bovendien moet de operatieassistent de probe bewegen terwijl de chirurg instructies geeft vanaf de console.”
Samen met het bedrijf Eurorad ontwikkelde Van Oosterom tijdens zijn masterstage een alternatief: de DROP-IN gammaprobe. Hij koppelde de sensor los van de stok. “Zoals de naam ‘drop-in’ al zegt, laat de assistent onze probe in de patiënt zakken via een van de ingangen waardoor ook de operatie-instrumenten de patiënt ingaan. Vervolgens pakt de chirurg hem op met een arm van de operatierobot. Die arm heeft een polsgewricht en kan daardoor de probe alle kanten op laten bewegen.”
De onderzoekers testten hun DROP-IN gammaprobe voor het eerst bij een patiënt tijdens een prostaatoperatie in het Antoni van Leeuwenhoek. “We werken nauw samen met uroloog Henk van der Poel, die veel ervaring heeft met robotchirurgie voor patiënten met prostaatkanker.
Ondanks dat we de DROP-IN probe al uitgebreid preklinisch hadden getest, was het spannend”, aldus Pip Meershoek, de promotieonderzoeker bij het LUMC die de klinische studie coördineert. Na de operatie concludeerde Van der Poel: “De DROP-IN gammaprobe geeft mij meer controle over de detectie van de klieren. De klinische studie moet uitwijzen of de nieuwe gammaprobe ook het opsporen van lymfeklieruitzaaiingen zal verbeteren."