CD&V wil het BTW-tarief op haarstukken en -prothesen die mensen kopen na een kankerbehandeling verlagen van 21 procent naar 6 procent. De terugbetaling van die vaak dure haarstukjes is maar beperkt. CD&V-Kamerlid Nathalie Muylle diende een wetsvoorstel in om het tarief te verlagen, zei ze in HET NIEUWS op vtm. Een haarstukje kost gemiddeld 800 euro en vaak nog een pak meer. Nu wordt een haarprothese of haarstuk gezien als een luxeproduct, onder welke omstandigheden dan ook. Dat betekent dat er een BTW-tarief geldt van 21 procent. "Mensen die in aanraking komen met deze ziekte worden al vaak geconfronteerd met torenhoge kosten. Dat zelfs na radio- of chemotherapie het tarief van luxeproducten geldt, is niet te verantwoorden", zegt Muylle. De ziekteverzekering komt maar voor een deel tussen bij haarstukken en -protheses voor medisch gebruik. Het gaat dan om 180 of 270 euro bij tijdelijke of blijvende kaalheid. "Deze noodzakelijke tussenkomst dekt vaak maar een deel van de kost. Dit terwijl geneesmiddelen en andere medische hulpmiddelen wél een BTW-tarief van 6 procent kennen. Door mijn wetsvoorstel te stemmen, kan de patiënt in deze moeilijke periode rekenen op het lagere BTW-tarief, net omdat er een medische oorzaak is. Het zou zonde zijn dat mensen deze aankoop uitstellen of gewoonweg niet doen, terwijl ze er echt wel nood aan hebben. Mensen hebben recht op levenskwaliteit in elke fase van hun leven, ook tijdens een zware ziekte", zegt Muylle. |